Het model dat we gebruiken voor de True Cost berekeningen is de Duurzaamheidsbloem, die alle impacts op mens en planeet groepeert in zes categoriën: klimaat, water, bodem, biodiversiteit, sociale samenhang en gezondheid. Voor elke categorie kent de landbouw bepaalde kosten maar soms ook baten.
1: Klimaatkosten
Bij klimaat zijn zowel de ecologische als de maatschappelijke gevolgen van klimaatverandering meegenomen. De grootste kostenpost is broeikasgasemissie uit de bodem als gevolg van intensieve bemesting (kunstmest), bodembewerking en ontbossing. Bij de baten voor het klimaat gaat het over ecologische en maatschappelijke voordelen van een landbouw die meer koolstof in de bodem vastlegt en diepwortelende groene bodembedekkers gebruikt.
2: Bodemkosten
Bodemkosten ontstaan wanneer we grond verliezen door wind- en watererosie. Grond die niet duurzaam wordt beheerd is veel gevoeliger voor dit soort erosie.
Bodemvoordelen ontstaan wanneer we met duurzame landbouwmethoden en het opbouwen van humus de bodem erosiebestendiger maken. Bovendien bevorderen vruchtbare bodems het ziektewerend vermogen van het gewas. Niet meegenomen in FAO model: kosten ten gevolge van bodemverarming en bodemcompactie, kosten door verlies van biodiversiteit in de bodem, kosten door toegenomen gevoeligheid van de gewassen voor ziekten en plagen ten gevolge van bodemverslechtering.
3: Waterkosten
Waterkosten ontstaan zowel door verlies van waterkwaliteit als door waterschaarste. De grootste kostenpost is de aantasting van de waterkwaliteit door uitspoeling van nitraat en pesticiden. Waterschaarste leidt tot schadeposten en defensieve uitgaven. Voordelen ontstaan doordat duurzame landbouw minder water verbruikt en niet vervuilt. Er worden immers geen chemische middelen gebruikt. Gezonde bodems met veel organische stof houden bovendien veel beter water vast.
4: Kosten door verlies van biodiversiteit
Het verlies van biodiversiteit leidt op verschillende manieren tot kosten. Bestrijdingsmiddelen en uitspoeling van kunstmest leiden tot verlies van biodiversiteit zowel in de planten- als dierenwereld en dat betekent minder bestuivende insecten, verhoogde kwetsbaarheid voor plagen, vermindering van landschappelijke waarde, enzovoort. Voordeel ontstaat doordat duurzame landbouw de biodiversiteit minder aantast. Duurzame boeren nemen veel beheersmaatregelen die de biodiversiteit bevorderen, zoals het aanleggen van bloemenborders, vruchtwisseling, groene bodembedekking, enzovoort. In de huidige rekenmethode van de FAO wordt helaas alleen gekeken naar schadereductie in relatie tot mest- en pesticidengebruik. Het echte voordeel kan dus vele malen groter zijn.
5: Sociale samenhang
Sociale kosten ontstaan door sociale ontwrichting en doordat gemeenschappen hun landbouwgronden of woonomgeving verliezen als gevolg van niet-duurzame landbouw. De woonomgeving kan onleefbaar worden door vervuiling of het verdwijnen van water. In de ergste gevallen leidt dit tot gewapende conflicten. In het FAO rekenmodel worden deze kosten berekend aan de hand van bodemverlies. Voor conflicten is geen modellering beschikbaar. Sociale baten zijn er wanneer duurzame landbouw ervoor zorgt dat vruchtbare landbouwgronden en leefomgeving behouden blijven. De economische waarde van een aantrekkelijk landschap is door de FAO helaas buiten beschouwing gelaten. Ook de invloed op de sociale samenhang van onderwijs en ontwikkeling (vrijheid), gelijke rechten en kansen (gelijkheid) en een eerlijke verdeling van welvaart (solidarity) is helaas niet in de berekeningen opgenomen.
6: Gezondheidskosten
Gezondheidskosten ontstaan aan de productiekant wanneer boeren en bewoners in contact komen met giftige bestrijdingsmiddelen en andere schadelijke stoffen. De FAO laat schade voor de gezondheid van consumenten (bijvoorbeeld door pesticidenresiduen) buiten beschouwing in dit model. De aanvullende modellering door EY and Soil & More International voor de TCA-FFF pilot heeft dit effect op consumenten wel meegenomen. De voordelen van gezonde voeding (groente en fruit) voor consumenten (ofwel ziektepreventie en pro-actieve gezondheidszorg) zijn buiten beschouwing gelaten.